Concepten
Onze diensten zijn gebaseerd op series van objecten zoals gebruikers, apparaten, groepen, oproepstromen etc. Voordat u uw eerste configuratie gaat bouwen, wilt u misschien eerst het volgende lezen, omdat het de te volgen logica uitlegt.
Gebruikers en apparaten
We beschouwen een apparaat als alles wat iemand kan krijgen om te telefoneren, faxen te versturen, enz. Een apparaat is een fysiek apparaat (kan ook een softphone op een PC zijn). In tegenstelling tot andere systemen zijn apparaten niet inherent gebonden aan een gebruiker. U moet dit zelf doen.
Wij beschouwen een gebruiker als het concept van een persoon. Gebruikers hebben uiteindelijk, of “bezitten”, apparaten en voicemailboxen. Een gebruiker kan meerdere voicemailboxen en apparaten hebben. Het versturen van een telefoontje naar een gebruiker belt alle apparaten van de gebruiker.
Gebruik dit schema, dat de meest voorkomende use-case weergeeft:
In het bovenstaande scenario staat de deurbelapparatuur op zichzelf. Het heeft geen gebruiker, wat betekent dat er geen voicemail is en dat er geen andere functies aan verbonden zijn. Dit is prima, het kan nog steeds bellen en gebeld worden, maar er bestaan geen relaties.
In het bovenstaande scenario hebben Mary en Josh meerdere telefoons. Als u het telefoonnummer van de gebruiker belt, gaan al hun toestellen over.
Callflows
Callflows zijn eigenlijk gewoon eenvoudige instructies voor wat te doen als iemand een telefoonnummer (extern of intern nummer) belt.
Callflows zijn echter vrij letterlijk, en dit kan mensen in verwarring brengen. Als u een call-flow instelt om een gebruiker te bellen, doet het dat EN ALLEEN dat. Het zal het gesprek niet ook naar de voicemail van een gebruiker sturen, maar u moet het systeem de opdracht geven om de gebruiker te bellen en dan naar zijn of haar voicemail te gaan. Dit geeft u meer controle, maar kan omslachtiger zijn om te beheren.
Hieronder vindt u een screencast die laat zien hoe u een basis oproepstroom voor een gebruiker kunt opbouwen. In dit scenario krijgt de gebruiker 2 nummers: een publiek nummer en een interne extensie.
Hieronder is een screencast die toont hoe een basis gespreksstroom voor een gebruiker kan worden opgebouwd. In dit scenario krijgt de gebruiker 2 nummers: een publiek nummer en een interne extensie.
Merk op dat een call flow meerdere publieke nummers en meerdere extensies kan hebben.